↔ 30,02km ─ ↑↓ 39m
Percentage verhard: 45%
Startplaats: Sint Eligiuskerk, Bentille
Aankomst: Carpoolparking Westerscheldetunnel, Terneuzen
Vervoer: Wagen
Hike: Fabian V. en WandelMeeMetMij
Na enkele wijzigingen in onze agenda’s kunnen we eindelijk verder langs de LAW11 of Grenslandpad. Fabian en ik komen samen aan de grote carpoolparking aan de Westerscheldetunnel. Ikzelf ben bijna tien minuten te laat, ik miste een afslag langs de A11. Fabian is echter een half uur te vroeg, hij kon blijkbaar niet langer wachten ‘grinnik’. We vertrekken richting Bentille en parkeren aan de kerk. Gelukkig staan de weergoden vandaag aan onze kant en kunnen we het pad terug oppikken waar we vorige keer nat en koud eindigden.
We zijn zelfs zo opgetogen dat we de laatste vijfhonderd meter van vorige keer terug overdoen. We stappen bij wijze van spreken opnieuw in de achtertuinen van enkele Bentillenaren op weg naar de Sint-Jansstraat die we vervolgens oversteken. Via enkele Bentillese straatjes komen we langs Krabbendijk en de Bomlozenput. Voor we het weten, stuiten we op het ondertussen vertrouwde Leopoldkanaal en hier aan het veer houden we even pauze voor een koffie en een chocolademelk. We kijken uit naar het idyllische dorpje Watervliet.
“Watervliet werd vanaf 1197 beheerd door de heren Van Praet uit Brugge. In 1287 verdween het dorp onder water. Meer dan 200 jaar bleef het een verdwenen dorp. In 1497 werd het land opnieuw ingepolderd en kwam het in het bezit van Hiëronymus Lauweryn, kanselier en schatbewaarder van Filips de Schone. Het dorp ligt in drie door Lauweryn aangelegde polders: de Jeronimuspolder, Sint-Christoffelpolder en de Sint-Annapolder. Het dorp werd in 1504 heropgebouwd door Lauweryn "van Watervliet" die ook de heerlijkheden Waterland, Waterdijk en de stad Philippine stichtte.”
Na de kleine spijzen genuttigd te hebben, vervolgen we ons pad langs het Leopold Kanaal. We komen langs de Bellekensstraatbrug en steken de Stenenschuurbrug over. Via de linkeroever blijven we het kanaal volgen en komen we langs de bekende Oesterputbrug die we rechts van ons laten liggen. Iets verder passeren we de Notelaarsbrug en het punt waar het Leopold Kanaal en de Zwartesluisbeek in het Isabellagemaal over gaan. We steken het gemaal over en komen aan het herdenkingskunstwerk van de Dodendraad. Dit stukje geschiedenis heb ik al eerder beschreven omdat de Streek-GR Uilenspiegel hier ook passeert. (Etappe04 SGR Uilenspiegel Boekhoute-Eeklo)
“Boekhoute werd voor het eerst vermeld in 1128 als Bocholt, wat beukenbos betekent. Boekhoute was in die periode de hoofdplaats van het Boekhouter Ambacht, een van de Vier Ambachten. Het gebied werd regelmatig door overstromingen geteisterd, waaronder die van 1375-1377 waarbij de Braakman werd gevormd. Dankzij deze zeearm kon Boekhoute over een haven beschikken. In 1914-1915 werd de haven door de Duitsers afgesloten uit angst voor het uitwisselen van militaire informatie. Het dorp ligt op Belgisch grondgebied maar de haven lag al op Nederlands grondgebied. Dit was dan ook een kritisch punt en zwaar bewaakt gedurende de Eerste Wereldoorlog. In 1952 werd de Braakman afgesloten waarmee de haven en de daarmee gepaard gaande visserij verdween.”
Even nadat we de grens over staken stopt er een taxi voor onze neus. Er stappen twee wandelaars uit. Fabian, zijn sociale zelve, vraagt aan het koppel of ze ook op weg zijn lang het Grenslandpad. De twee Nederlanders beamen dit met ‘zeker wel’. Onze pas is net wat sneller en we laten de twee Nederlanders achter ons. We stappen nu stroomafwaarts langs het Isabellakanaal terwijl ik vertel over het ontstaan van België en het gevolg dat de Nederlanders daaraan gaven. Door het Isabellakanaal ,dat diende als afwateringskanaal, af te sluiten kon België zijn polders niet meer afwateren en van daaruit ontstond het Leopoldkanaal. Fabian hing aan mijn lippen of deed alsof ‘grinnik’. Ikzelf vind het stukje Isabellakanaal dat we nu afstappen veel mooier dan de kilometers langs het Leopoldkanaal. Het lijkt meer rust uit te stralen en het is ook net iets pastoraler. Enkel ontbreken er nog grazende schapen langs de flanken van de immense dijk waar we tegenaan kijken.
We steken het kanaal over en komen terecht in een jong aangeplant bos langs het Isabellabos. Zalig zoveel onverharde paden, een Walhalla voor de voeten. Helaas van korte duur want als we de Zuidbossen uitstappen, komen we met onze voeten op asfalt terecht. We steken opnieuw het kanaal over en besluiten hier net aan de brug ons middagmaal te nuttigen.
Via het Spanjaardhof en de Spanjaardsweg komen we aan de Spanjaard tunnel en duiken we onder de Middenweg. We zijn op weg naar het hoogtepunt van deze etappe: ‘Braakmankreek’ . Helaas moeten we eerst wat saaie wegen volgen tot we terug het groen mogen induiken. We stappen door een uitgestrekt natuurgebied dat gevoed wordt door de eeuwenoude zeearm de Braakman. Via smalle paadjes tussen struwelen en over een hoge dijk met een mooi uitzicht over het uitwateringkanaal Nol Zeven. In de verte verandert het groen in stomende industrie. Voor we het gebied verlaten krijgen we zicht op de immense kreek, wat een pracht!
“Het gebied waar zich later de Braakman zou vormen, vormde in de vroege Middeleeuwen al een natuurlijke scheiding tussen het oosten en het westen van Zeeuws-Vlaanderen. De Braakman, oorspronkelijk ook Dullaert genoemd, is ontstaan door een opeenvolging van stormvloeden in de veertiende en vijftiende eeuw. Bij de stormvloed van 1375 werd ten westen van Terneuzen, in het noordelijke deel van de latere Braakman, een groter binnenwater gevormd in wat eerder een landschap van slikken en schorren was. Dit woelige binnenwater wordt de Dollaert of Dullaert genoemd. Tijdens de Sint-Elisabethsvloed van 1404 verdween het eiland Wulpen waardoor er meer water in het westelijke deel van de latere Westerschelde kon worden opgestuwd. De Dollaert vergrootte naar het zuiden en werd de Braakman. Tegelijkertijd ontstond er een verbinding tussen de Dollaert en de Honte in het oosten, wat later de Westerschelde zou worden. Door het stijgende zeeniveau werd de invloed van de Braakman steeds groter en reikte de Braakman aan het einde van de achttiende eeuw, zoals zichtbaar op de Ferrariskaarten, tot aan Axel.”
Eenmaal aangekomen op de Savoyaardsweg begint de lijdensweg met enkele saaie wegen en een blik op oneindige industrie. We wandelen langs de Loopgeul en het Kerpelgat met links van ons bruisende industrie ‘Air Liquide’. Wanneer we aan de rotonde van de N252 komen stoppen we even om naar enkele bolides te kijken die in een stoet voorbij gereden komen. Fabian en ik zijn er niet zo zot van maar mijn vrouw daarentegen wel, dus ik neem enkele foto’s. Vanaf hier wordt de markering erg onduidelijk, markeringen rechtdoor worden tegengesproken door de gekruiste markeringen. Toch zetten we door en volgen de wijziging die niet meer strookt met de GPX. We komen uit op de Willemskerkeweg waar een knoert van een bord ons de doorgang verbiedt met een ‘voetgangersverbod’ maar toch hangt er iets verder een LAW11 markering ‘grinnik’. We halen onze schouders op en stappen verder richting Nieuw Neuzenweg en beklimmen de dijk van de Westbuitenhaven. Nog een kleine kilometer met de rotonde mee en we komen aan het Carpool terrein waar de wagen geparkeerd staat.
“De stad Terneuzen heette in de twaalfde eeuw Ter Nose en komt in 1325 voor het eerst in de archieven voor. Ook andere schrijfwijzen passeren de revue zoals in 1350 Ter Nessen. Het woord nesse betekent landtong. Terneuzen lag aan een vaart die in directe verbinding stond met de stad Gent. In 1460 wordt de haven van Terneuzen voor het eerst vermeld. Op initiatief van koning Willem I werd gedurende de jaren 1825-1827 het Kanaal Gent-Terneuzen aangelegd. Hierbij kwam de Terneuzense binnenstad ingeklemd te liggen tussen twee kanaalarmen.”
Comments