Vandaag neem ik Wijtschate terug in mijn vizier en zal ik van daar uit richting Westouter stappen over de GR5A. Ik parkeer de wagen aan de kerk in Westouter. Vandaag neem ik echter geen taxi. Taxi’s zij in deze contreien moeilijker te vinden en als ze van Ieper moeten komen wordt het wel heel kostelijk. Daarom haal ik het onding van een plooifiets weer boven, het is immers maar 11 kilometer dacht ik. Maar ik had er duidelijk niet bij stilgestaan dat ik over de Sulferberg en de Kemmelberg moest fietsen. Ook het einde van mijn fietstocht liep aardig naar boven, ik ben wel drie keer dood gegaan. Ik kan niet begrijpen waar wielrenners de moed en de wil vandaan halen om deze hellingen op te fietsen. Eenmaal in Wijtschate aangekomen gaat de plooifiets op slot en kan ik aan het echte werk beginnen, namelijk 22,5 kilometer naar Westouter wandelen.
Ik start aan de kerk van Wijtschate en ga meteen naar Kampagne, een plaatselijk natuurgebied met enorm veel geschiedenis, voor mij een top gebied! Hier ontdek ik de, onlangs door vijf vrouwen aangelegde, Troostplek. Een rustig plekje net langs het pad met een rustbank, een simpel maar prachtig concept. Ik zet me dan ook neer om even in gedachten te verzinken. Wat later zet ik mijn tocht verder en kom ik mijn eerste geschiedkundig object tegen, een bunker uit de Tweede Wereldoorlog die nu dienst doet als vleermuizenverblijf. Aan het einde van het bos kom ik mijn tweede oorlogsreliek tegen, deze stamt uit de Eerste Wereldoorlog.
“Reeds vanaf 1916 waren geallieerden actief bezig met tunnels graven onder Duitse stellingen gelegen op de heuvelrug Wijtschate-Mesen. De Duitsers waren hiervan op de hoogte en startten met de bouw van een dertigtal verticale schachten die uitliepen in horizontale tunnels om zo geallieerden te counteren. De gemetste tunnel die ik hier vandaag in Wijtschate zag heeft de naam ‘Dietrich’ en is één van die schachten. Je kan de schaft van dichtbij bestuderen maar ze is wel afgesloten en volgelopen met water.”
Ik verlaat het bos en stap via de Kroonaardstraat naar de Wijtschatestraat. Iets verder sla ik links af en kom aan bij een enorme mijnkrater, ‘Peckham’ genaamd. Ik passeer de enorme kuil en krijg al snel zicht op de Spanbroekmolen begraafplaats. De begraafplaats ligt helemaal afgelegen in het veld en ik verlaat even de GR5A om deze plek een bezoek te brengen. Ik stap elk graf af om mijn respect te betuigen en betrap mezelf er op dat ik schrik van de jonge leeftijden van deze helden. Enkele helden zijn amper 19 mogen worden. Ik verlaat het kerkhof en sluit hierbij wel het poortje af dat open stond toen ik aankwam.
“In de buurt van de Begraafplaats stond vroeger de zogenaamde Spanbroekmolen. De omgeving kreeg het zwaar te verduren tijdens de Mijnenslag bij Mesen van 1917. De gesneuvelden die er begraven liggen stierven op 7 en 8 juni 1917 tijdens de eerste twee dagen van de slag. Later in de oorlog raakte de begraafplaats volledig vernield. Na de oorlog konden de graven terug gelokaliseerd worden en waarna begraafplaats opnieuw werd heraangelegd. Voor de zes slachtoffers die men niet meer terugvond werden ‘Special Memorials’ opgericht. In de omgeving bevinden zich nog verschillende mijnkraters uit de Mijnenslag, waaronder de Spanbroekmolenkrater, een halve kilometer ten zuidwesten van de begraafplaats.”
Terug aan de Scheerstraat gekomen, steek ik recht over een aarde veldweg in. Deze komt uit aan de Spanbroekmolenkrater waar de GR5A tegen de klok in rond de krater gaat maar deze niet bezoekt. Ik verlaat dus weer even mijn tocht om een bezoekje aan deze krater te brengen. Wederom een enorme krater, ik kan het me nauwelijks voorstellen wat een grondverplaatsing deze explosie moet voort gebracht hebben. Het is wel duidelijk dat dit immens moest geweest zijn. Ik lees alle infoborden over de krater en de omliggende geschiedenis die ik jullie ga besparen ‘grinnik’. Vanaf het panorama infobord heb je een uitzicht om ‘U’ tegen te zeggen. Ik zie mijn volgende punt al liggen, namelijk Wulvergem.
Ik wandel nu over verharde en deels verharde paden die me keer op keer een ander uitzicht aanbieden waardoor ik de verharde ondergrond helemaal vergeet. Als ik in Wulvergem aankom wordt het meteen duidelijk dat het een mooie zondag is. Het is er al drukker, veel medewandelaars en heel veel wielertoeristen. Tegenover ‘A la Basse Ville’, het enige overgebleven café in het mooie en gezellige dorp, vind ik een plaatsje om te eten. Het moet net lukken dat er tegenover mij infoborden staan over de geschiedenis van Wulvergem, ik kan dus twee keer genieten. ‘grinnik’
“Op 15 augustus 1566 raasde er ook door Wulvergem een vernielende beeldenstorm. Alle beelden en schilderijen van heiligen werden door protestantse reformanten aan diggelen geslagen. Ze stelden de macht van de katholieke kerk in vraag en beschuldigen hen van machtsmisbruik. In hagenpreken riepen ze op tot een gewapend verzet want beeltenissen van heiligen hoorden voor hen niet thuis in het huis van God. De reactie van de katholieken was bijzonder hard, inquisiteur Alva folterde zijn tegenstanders tot de dood volgde. Toen in 1990 de Anglicaanse pastoor Kenneth Francis de kerk van Wulvergem bezocht en ontdekte dat zijn voorvaders aan die beeldenstorm hadden meegedaan, leidde het bezoek tot een schenking. Hij schonk het beeld Onze-Lieve-Vrouw van Walsingham aan de kerk van Wulvergem.”
Ik ga verder over de Zepestraat en krijg in de verte zicht op de Kemmelberg die ik overigens al even kon waarnemen van aan de Spanbroekmolenkrater. Gaandeweg komt deze ‘berg’ steeds dichter en dichter Op de Zepestraat passeer ik tevens een mijlpaal van de GR5A. Als GR-wandelaar vertrokken vanuit vanuit Brugge, overschrijd ik hier het kilometerpunt 400.Verder blijf ik stappen over veldwegen met zicht op de door wielrenners geliefde Kemmelberg. Ik beklim de Kemmelberg via het dorpje Kemmel dat ik niet helemaal aandoe. Ik wandel een kasteelpark binnen waar ik een prachtig kasteel op de gevoelige plaat vastleg. Ik neem het gebouw in me op en ga verder door het park waar ik een GR-boom tegenkom.
Ik laat de GR128 achter mij en ga verder richting de top. De zweetdruppels staan op mijn voorhoofd wanneer ik boven kom. Gelukkig gaat het nu bergaf maar het zou de GR5A niet zijn als deze je niet zou verrassen want honderd meter verder mag ik de trapjes links nemen om naar de officiële top van de Kemmelberg te klimmen. Hier wordt het echt toeristisch druk en soms regelrecht vervelend. Van rust is hier geen sprake meer: motards die de zon gezien hebben, gezinnen met lawaaierige kinderen en oudjes die het hele bospad innemen om je daarna na te roepen met de woorden ‘Jong geweld!’ als je hen vraagt of je even mag passeren. Over wederzijds respect gesproken?
Aan het Franse massagraf Ossuaire Kemmelberg houd ik weer even halt en lees ik ook hier alle infoborden die er te vinden zijn. Ik wandel langs de grafheuvel naar een open weide met een uitzicht op de Zwarteberg en de Rodeberg. Ik word er haast weemoedig van, ga er even voor zitten en ben zo ondersteboven van het zicht dat ik zelfs een traan over mijn wang voel rollen. West-Vlaanderen heeft toch nog veel te bieden en dan vooral het Heuvelland.
“Het Ossuaire Kemmelberg is een Frans militair massagraf met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. De begraafplaats ligt op de westelijke flank van de Kemmelberg, op de grens van de Belgische deelgemeenten Kemmel en Loker. Er worden 5294 Franse doden herdacht waarvan slechts 57 geïdentificeerd konden worden. Het is de grootste Franse militaire begraafplaats in België die zo'n 1000 gesneuvelden meer telt dan de begraafplaats Saint-Charles de Potyze in Ieper. De begraafplaats heeft een driehoekig grondplan en bestaat uit vier massagraven. Centraal staat een witte natuurstenen obelisk met gedenkplaten. De aanleg van de begraafplaats begon na het eind van de oorlog.”
Ik laat de Kemmelberg achter mij met een toch wel emotioneel gevoel. Iets verder steek ik de Dikkebusstraat over en wandel ik het natuurgebied Eeuwenhout binnen. Weer zo’n pareltje, smalle bospaadjes en wijdse uitzichten geven me weer een apart gevoel. Vandaag is mijn vrouwelijke kant duidelijk aan de hogerhand. ‘grinnik’ Ik stap over vondelpaadjes naar het einde van het natuurgebied. Ik wandel even parallel met de Douanestraat en sla iets verder links in langs het domein Behaegel waar een B&B met klasse gevestigd is in Le Manoir de la Douve. Een prachtig landhuis dat je enkel te zien krijgt in de winter.
Ik begin aan de klim van de Rodeberg en merk ook hier dat het enorm druk is. Op de top is er namelijk een mobiele bar te vinden die ik uiteindelijk links laat liggen. Ik had nochtans goesting in een frisse cola maar ‘soit’ ik heb geen zin om me in zo’n kudde te nestelen en blijf verder stappen. Ik wandel het Hellegatbos in, een pareltje van een kathedraalbos. Het is er echter heel druk waardoor ik er dan ook de pas in zet. Ik steek vele groepjes wandelaars voorbij en sommige hoor in net iets te hard fluisteren: ‘Die moet zijne bus nog halen!’ en ‘Dat is nen echte’. Ik laat het niet aan mijn hart komen en ga via de Kwadestraat naar de Hellegatstraat.
Iets verder steek ik de Sulferbergstraat over die ik nog herken van deze morgen toen ik er voor de eerste keer dood ging op de fiets. Ik zie in de verte de kerk van Westouter, waar mijn wagen geparkeerd staat. Uiteindelijk ben ik nog niet aan het einde, de GR5A doet hier nog een plaatselijke ronde door het veld. Ik kom hier enorm veel mensen tegen die duidelijk een gewoon ommetje maken waaronder mannen met kostuumschoenen en sportpantoffels. Ik zie iets verderop twee jonge vrouwen die in een oranje tintje gepoederd zijn waarvan er één op de hurken zit om een vlekje modder van haar spierwitte Adidas schoenen te vegen. Ze kijkt me aan en lacht, vriendelijk als ik ben lach ik terug. Ik hoor haar achter mij tegen haar vriendin/zus zeggen, ‘Heb je die zijn schoenen gezien? Daar wil ik niet verder wandelen hoor!’. Ik kan haast niet van het lachen en wandel verder.
Aan de kerk aangekomen sta ik even paf, zoveel volk heb ik in tijden niet meer bij elkaar gezien. Het park naast de mooie kerk van Westouter ziet zwart van het volk, de massa geniet duidelijk van de laatste zonuren. Aangekomen aan de auto word ik geroepen door een ongeduldige chauffeur die me haastig vraagt of ik vertrek. Ik vertel hem die hij nog even geduld zal moeten hebben omdat ik nog van schoenen moet wisselen en mijn GPS moet instellen. De man werd haast woest en scheurde weg met zijn wagen. Die had hoogstwaarschijnlijk erge trek in een ijsje van de ijskar op de hoek waar een rij van vijftig meter mensen stond. ‘grinnik’
Zalig verslag en leuke andekdotes! Kijk er al naar uit om deze te gaan stappen. Ik ben benieuwd, vooral naar die troostplek, je weet wel waarom hé. Heerlijk die reacties van de mensen die je pad kruisten. En van die wagen die je plaats wou innemen, heb ik ook al voor gehad... niks van aan trekken, dat ze zelf maar eens 22km stappen, dan begrijpen ze waarom we niet meteen kunnen vertrekken... ;-)
Mooi!